Uitleg bij de kerkdienst

1. De predikant bidt:
Onze hulp is in de naam van de HEER, die hemel en aarde gemaakt heeft, Die trouw houdt tot in eeuwigheid en niet laat varen de werken van Zijn handen (Psalm.124:8 en 138:8).
Daarna steekt hij zijn hand op en begroet de gemeente in de naam van God:
Genade zij u en vrede van God onze Vader
en van onze Here Jezus Christus, in de gemeenschap van de Heilige Geest, Amen.
Of
Genade zij u en vrede van Hem die is en die was en die komt, en van de zeven Geesten die voor Zijn troon zijn en van Jezus Christus, de trouwe getuige, de eerstgeborene van de doden en de overste van de koningen van de aarde. Amen. (Openbaring 1:4).

2.    We zingen een lied

*3. De predikant leest uit de Bijbel de 'tien geboden' voor (U kunt dit vinden in Exodus 20:1-17. We noemen dit ook wel de 'woorden van het verbond. God gaf 3400 jaar geleden deze wet aan het volk Israel toen Hij een verbond met hen sloot):
Toen sprak God al deze woorden: Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit het diensthuis, geleid heb.
1. U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.
2. U zult geen gesneden beeld en ook geen enkele gelijkenis maken van wat boven in de hemel is en ook niet van wat beneden op de aarde is en ook niet van wat in de wateren onder de aarde is. U zult voor hen niet buigen en hen ook niet dienen. Want Ik de HEER uw God, ben een naijverig (=jaloers) God, die de ongerechtigheid (zonden) van de vaders bezoek aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten. En Ik doe barmhartigheid aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden.
3. U zult de naam van de HEER, uw God, niet ijdel ( = lichtvaardig) gebruiken, want de HEER zal niet onschuldig houden wie Zijn naam ijdel gebruikt.
4. Denk aan de sabbat(= rustdag), dat u die heilig houdt. Zes dagen zult u uw arbeid verrichten en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat. Dan zult u niet werken; u zelf niet, uw zoon niet, uw dochter niet, uw slaaf niet, uw slavin niet, uw dieren niet en ook de vreemdeling niet die in uw steden woont. Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEER de sabbat en maakte die dag heilig.
5. Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HEER, uw God, u zal geven.
6. U zult niet doodslaan.
7. U zult geen echtbreuk plegen.
8. U zult niet stelen.
9. U zult geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste.
10. U zult het huis van uw naaste niet begeren (graag willen hebben), u zult de vrouw van uw naaste niet begeren, zijn slaaf niet, zijn slavin niet, zijn rund niet, zijn ezel niet, niets dat van uw naaste is.(naaste = je medemens).

Hierna  leest de predikant uit de Bijbel voor wat Jezus heeft
gezegd over de wet van God. (Markus 12:29-31):

Het eerste ( = belangrijkste) gebod is: Hoor Israel, de Heer, onze God, de Heer is een en u zult de Heer, uw God liefhebben met
heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met al uw kracht. Het tweede (gebod) is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze.

4. We zingen een lied als antwoord op de geboden van God.

5. We bidden nu tot God of Hij ons genadig wil zijn en deze samenkomst bij ons wil zijn. Wij vragen ook of God ons wil laten begrijpen wat er in de Bijbel staat.

6. De predikant leest een gedeelte uit de Bijbel. Dit gedeelte gaat hij straks uitleggen. Wij lezen mee in onze eigen Bijbel.

7. We zingen opnieuw een lied.

8. De predikant houdt nu een preek. Dat wil zeggen dat hij uitlegt wat het gedeelte dat we in de Bijbel gelezen hebben, voor ons betekent.

9. We zingen een lied als antwoord op wat we gehoord hebben.

10. We bidden opnieuw tot God en vragen of God ons wil zegenen, in het bijzonder ook zieke mensen en anderen die het moeilijk hebben.

11. We zingen een lied als afsluiting.

12. De predikant strekt zijn beide handen uit en geeft ons de zegen van God:
De genade van onze Heer Jezus Christus en de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u alien. Amen. (2 Korinthe 13:13)
of
De HEER zegene u en behoede u, de HEER doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig, de HEER verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede. Amen. (Numeri 6:24-26)

-------------------

*In de middag- of avonddienst wordt vaak de geloofsbelijdenis gelezen in plaats van de wet. Deze is ontstaan in de eerste eeuwen van onze jaartellling. Christenen gebruiken wereldwijd deze belijdenis om hun geloof in God onder woorden te brengen.
Vaak zegt de predikant voordat hij de belijdenis uitspreekt: 'ieder van u spreke met mij in zijn of haar hart' d.w.z. belijdt zonder hardop te spreken dat dit ook zijn of haar eigen geloof is.:

1.1k geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde.
2.En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon*, onze Heer;
3. die ontvangen is van de Heilige Geest, geboden uit de maagd Maria;
4. die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald in het rijk van de dood (ook wel hel genoemd),
5. op de derde dag opgestaan uit de dood,
6. opgevaren naar de hemel, waar Hij zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader;
7. vanwaar Hij zal komen om de levenden en de doden te oordelen.
8. Ik geloof in de Heilige Geest.
9. Ik geloof in een heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap van heiligen;
10. (Ik geloof in) de vergeving van zonden;
11. (Ik geloof in) de opstanding van het lichaam
12. en (ik geloof in) een eeuwig leven.

Als instemming met deze belijdenis zingen we een lied.

* Met 'eniggeboren Zoon' wordt niet een natuurlijke afstamming van Zijn Vader bedoeld als bij een menselijke zoon.

-------------

De doop

I. De predikant leest voor uit een geschrift waar wordt uitgelegd wat de Bijbel zegt over de betekenis van de doop.
Een korte samenvatting:

In de eerste plaats leers de doop ons dat ieder mens zoals hij geboren wordt een zondaar is. Wij zijn onrein en moeten door God gewassen worden.
In de tweede plaats is de doop een belofte van God. God maakt een verbond met ons waarbij Hij belooft om ons genadig te zijn. Wij worden in de naam van de Vader gedoopt omdat God de Vader belooft om ons als Zijn kinderen aan te nemen en te verzorgen. Wij worden in de naam van de Zoon gedoopt, omdat Jezus Christus als de Zoon van God belooft om onze zonden van ons of te wassen door Zijn bloed. Dat kan omdat Hij in onze plaats de straf op de zonde gedragen heeft. Hij heeft Zijn bloed, dat is Zijn leven, voor ons gegeven. Hij is voor ons gestorven maar daarna ook opgestaan. Daarom bevrijdt Hij ons daarmee van alle zonde en wil God ons voor rechtvaardig houden. Wij worden in de naam van de Heilige Geest gedoopt, omdat de Heilige Geest belooft dat Hij in ons wil wonen, ons heilig wil maken door ons aan Christus te verbinden en ons leven dagelijks op Jezus Christus wil richten.
God belooft ons dit allemaal in de doop, en daarbij vraagt Hij aan hen die gedoopt worden, om te beloven dat zij hun leven lang Hem zullen liefhebben en gehoorzamen.
Veel gelovigen laten hun kleine kinderen dopen. De kinderen begrijpen er nog niets van, zij kunnen nog niets beloven. Maar toch zijn ze al vanaf hun geboorte zondaar omdat de hele mensheid in een verbroken relatie tot God staat. Daarom belooft God hen nu al dat Hij voor hun zonde betaald heeft.
De ouders moeten beloven om hun kinderen als ze ouder worden dit allemaal uit te leggen. Als ze volwassen worden moeten de kinderen zelf ook beloven om heel hun vertrouwen op God te stellen.

2. We bidden nu voor degenen die gedoopt worden. We vragen God of Hz] aan hen wil geven wat Hi] bij de doop belooft en dat Hij hen de kracht geeft om Hem trouw te blijven.

3. Degenen die gedoopt zullen worden (of de ouders als het nog kinderen zijn) , moeten nu met ja antwoorden op wat ze gehoord
hebben.

4. Meestal wordt er gedoopt door het sprenkelen van water op het voorhoofd, maar bij het dopen van volwassenen worden de dopelingen soms ondergedompeld. Het sprenkelen van water gebeurt drie keer. Daarbij zegt de predikant:

Ik doop u in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Amen.

5. De gemeente zingt een lied en wenst hen daarmee de zegen van God toe.

----------------

Het Avondmaal

I. De predikant leest voor uit een geschrift waar wordt uitgelegd wat de Bijbel zegt over de betekenis van het avondmaal. Een korte samenvatting:

In de Bijbel lezen wij:'..dat de Heer Jezus in de nacht waarin Hij overgeleverd werd, brood nam. En nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei:"Dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. Doet dit tot Mijn gedachtenis".
Evenzo ook de drinkbeker na de maaltijd en Hij zei:"Deze drinkbeker is het nieuwe verbond (of:testament) in Mijn bloed. Doet dit, zo vaak u die drinkt tot Mijn gedachtenis". Want zo vaak u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, todat Hij komt. Daarom, wie op onwaardige wijze het brood eet of de drinkbeker van de Heer drinkt, zal schuldig zijn aan het lichaam en het bloed van de Heer. Maar laat men zichzelf beproeven en zo eten van het brood en drinken van de drinkbeker. Want wie eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, als hij niet het lichaam van de Heer onderscheidt' (1 Korinthe 11:23-29).
In de eerste plaats moeten we bij onszelf nagaan hoe wij tegenover God staan. Erkennen wij dat onze zonde zo ernstig is dat Jezus Christus ervoor moest lijden en sterven om ons te kunnen verlossen? Geloven wij dat al onze zonden ons alleen om het lijden en sterven van Christus vergeven zijn en Hij voor ons volkomen betaald heeft? Zijn wij bereid om met heel ons leven God dankbaar te zijn, oprecht te leven voor het aangezicht van God en in liefde met onze medemensen om te gaan? Hier moeten we van harte ja op kunnen zeggen. Wie in de zonde wil blijven leven, kan niet deelnemen aan het avondmaal. Dat wil niet zeggen dat alleen mensen die nooit zondigen, aan het avondmaal mogen deelnemen. Als we aan het avondmaal deelnemen, belijden we juist dat we zondaars zijn. De juiste houding is, dat wij bedroefd zijn over onze zonden en er dagelijks tegen strijden.
In de tweede plaats is het avondmaal door Jezus ingesteld met de bedoeling dat we (opnieuw) zouden overdenken en geloven wat onze Heer Jezus Christus voor ons gedaan heeft. Hoe Hij, zoals God lang vooraf door de profeten beloofd had, door Zijn Vader naar onze wereld gezonden is. Hoe Hij de gestalte van een mens heeft aangenomen en de straf van God over de zonde van ons gedragen heeft, toen Hij vernederd, mishandeld, onschuldig ter dood veroordeeld en gekruisigd werd, opdat wij voor het gericht van God zouden worden vrijgesproken. 
Zo zeker als we het brood eten en de wijn drinken, zo zeker mogen we geloven dat Jezus Christus Zijn leven voor ons gegeven heeft, ons van harte liefheeft en dat Hij de enige bron van ons leven is. Door het werk van de Heilige Geest in ons leven, kunnen we met Christus verbonden zijn. En zoals we samen een brood eten en uit een beker drinken, zo worden we er door het avondmaal aan herinnerd dat we als leden van een familie in eenheid met medegelovigen moeten leven.

2. De predikant bidt nu en vraagt God of Hij ons geloof door dit avondmaal wil versterken.

3. Als de predikant het brood breekt zegt
Het brood dat wij breken is de gemeenschap aan het lichaam van Christus.

Als hij de beker met wijn neemt zegt 
De drinkbeker van de dankzegging, die wij met dankzegging zegenen, is de gemeenschap aan het bloed van Chris-
tus.

4. Na afoop danken we God voor Zijn liefde en genade met de woorden van Psalm 103: 1-13.